VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

ING verstrekte per ongeluk hypotheek; klant wil adviseur niet betalen

Geplaatst op: 18-02-2019, 12:37:40

Een hypotheekadviseur uit Twello kreeg ondanks verschillende aanvragen de hypotheek van een echtpaar niet rond. Een negatieve BKR-registratie in verband met een slecht betalingsverleden op de vorige hypotheek, zat succes in de weg. De klant schakelde daarop een andere adviseur in, die de hypotheek bij ING wist te sluiten. Adviseur één stuurde wel een rekening, maar die weigerde de klant te betalen. Het Kifid stelde de consument in het ongelijk.

De consument meldde zich bij de adviseur om een woning te kopen. Het bod was al geaccepteerd. Het financieringsvoorbehoud verliep op 4 mei 2017 en de overdracht zou op 15 juni plaatsvinden. De eerste hypotheekaanvraag die de adviseur doet, wordt door IQwoon afgewezen in verband met een negatieve BKR-registratie.

Uitstel

Ook de daaropvolgende aanvragen bij Obvion, SNS en BLG slagen niet. Op 4 mei probeert de adviseur het financieringsvoorbehoud te verlengen, maar daar gaat de verkopende partij niet mee akkoord. In overleg besluiten de partijen dat de levering wordt uitgesteld tot uiterlijk 29 juli en dat de consument de extra kosten die het gevolg zijn zal vergoeden. Ondertussen dient de adviseur ook een aanvraag in bij ING, maar ook daar krijgt hij nul op het rekest.

Nieuwe adviseur

De consument besluit na de mislukte aanvragen een andere adviseur in te schakelen. Die klopt ook aan bij ING en krijgt wél een offerte van de bank. Het huis wordt gekocht en de overdracht vindt plaats op 20 juli 2017.

De adviseur uit Twello stuurt desalniettemin een factuur van 1.250 euro, zoals bepaald in de overeenkomst van opdracht. Die wordt niet betaald. Na tussenkomst van een incassobureau en een deurwaarder besluit de rechter dat de klant 1.447 euro moet betalen aan de adviseur. Met proceskosten erbij komt het totaal 2.334 euro. De consument betaalt, maar zet de zaak voort bij het Kifid.

Geen resultaatverplichting

De klant vindt dat adviseur één tekortgeschoten is in zijn taak. Hij vordert daarom de advieskosten, maar ook de kosten die hij moest vergoeden aan de verkopers van het huis. De adviseur uit Twello voert ten eerste aan dat de overeenkomst van opdracht een inspanningsverbintenis betreft en geen resultaatverplichting. Bovendien kan de adviseur een email van ING tonen waar de bank de gang van zaken verklaart.

Intensief Beheer

“Op 31 mei 2017 heeft u een aanvraag ingediend voor de financiering van de aankoop van een nieuwe woning door […]. Relatie heeft een hypotheek bij ING gehad […] welke in mei 2017 algeheel is afgelost. Op basis van betalingsproblemen op deze hypotheek is de aanvraag op 14 juni 2017 afgewezen. Op 27 juni is de aanvraag opnieuw ingediend via een ander intermediair. Helaas is op dat moment geen link gelegd met de afgewezen aanvraag. Ook is niet opgemerkt dat er eerder een hypotheek bij ING heeft gelopen welke bekend was bij onze afdeling Intensief Beheer. Wij betreuren deze gang van zaken en bieden u onze oprechte excuses aan.”

Controle

ING verklaarde dat de acceptant niet de verplichte controles heeft uitgevoerd, waarbij de betalingsachterstanden aan het licht zouden zijn gekomen. De negatieve BKR-registratie was bovendien het gevolg van de betalingsproblemen op de eerdere ING-hypotheek.

Invloedssfeer

De geschillencommissie oordeelde dat de eerste adviseur niets te verwijten viel. “Het feit dat Consument de gewenste financiering door een interne fout van ING Bank toch kon afsluiten, maakt niet dat de Adviseur daarmee niet als een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur zijn werkzaamheden heeft verricht. De oorzaak van de afwijzingen lagen buiten de invloedssfeer van de Adviseur. Daarbij komt dat niet is gebleken dat de Adviseur bij aanvang van het adviestraject op de hoogte was van de negatieve BKR-registratie van Consument. Consument heeft ter zitting hierover verklaard dat hij er zelf ook niet van op de hoogte was dat hij een negatieve BKR-registratie had. Er kan dus niet aan de Adviseur worden tegengeworpen dat hij niet van de registratie op de hoogte was.”

De vorderingen werden afgewezen. De uitspraak is bindend.

Bron: bijdrage van Bart van de Laak van 15 februari 2019 op www.amweb.nl                      

Vorige pagina